top of page

EcoSF

[NL]


De zon kwam nog maar net op, maar verdween alweer in de slierten ochtendnevel.

Sara stapte van de ponton in haar kajak en begon langzaam te peddelen. Dit was altijd haar favoriete moment van de dag. Op dit uur was het was nog rustig op het water en vandaag leek het zelfs alsof ze de enige was.

Ze ademde diep in. De lucht rook naar moerasspirea en watermunt. Roze sleutelbloemen vermengden zich langs de oever met het violette van het eerste voorzichtige snoekkruid. Ze glimlachte. Nog een tweetal maanden en ook de Valeriaan zou weer beginnen bloeien.

Behendig stuurde ze de kajak tussen de pontons door. Alleen al in dit gedeelte van Schaarbeek lagen er meer dan duizend. Op elke ponton stonden zes tiny houses, opgetrokken uit ecologische materialen en voorzien van een warmte-collector- een opslagplaats voor de warmte van de zon waar daarna elektriciteit mee opgewekt kon worden- en eigen mini-waterzuiveringssysteem. Ieder huisje had ook een eigen tuintje op het ponton, waar de bewoners in grote bakken groenten, fruit of andere planten teelden.


Sara voer naar het stuk moeras dat ze huurde van de Overheid. Het was een afgelegen stuk, op de grens met Evere en het tot Hoog-Brussel behorende Sint-Lambrechts-Woluwe.

De Overheid had eerst geprobeerd om er algen te kweken, in de hoop om op grote schaal ecologische vleesvervangers te produceren, maar dat bleek ingewikkelder dan gedacht. Na enkele mislukte pogingen werd het gebied, dat zo'n één hectare besloeg, onderwerp van een “call for projects”. Iedere Schaarbekenaar die een goed idee had om het stuk moeras te benutten, mocht iets indienen.

Eerst had Sara, die biologe en herboriste was, aan een gemeenschappelijke moestuin of kruidentuin gedacht, maar door de schaarste aan bewerkbare grond- er was meer water dan land-, was ze op het idee gekomen om er een bedrijfje in moerasplanten op te zetten. Omdat ze op die manier de Brusselse restauranthouders ook van exclusieve en bijzondere ingrediënten kon voorzien- ze was één van de weinigen die nog wist dat je de wortels van Riet, Lisdodde en Moerasanemoon als een soort van aardappel kon eten- had de Overheid haar project gekozen en subsidies gegeven. Genoeg als startkapitaal.

Nu, bijna tien jaar later, was Sara's bedrijfje tot ver buiten Brussel en zelfs België bekend. En ze gold als een expert wat moerasplanten betrof.

Artwork by Clothilde Buvat ©
Artwork by @tavub ©

De eerste - nog vrij onschuldige - tekenen van de epidemie verschenen in de tweede week van mei.

De mensen klaagden over de muggen, die talrijker leken dan de voorbije jaren. Gigantische zwermen waren het. Eerst kwamen ze alleen opzetten als de schemering inviel, maar al gauw waren ze er ook overdag. Iedereen werd er gek van, en de gesprekken gingen over weinig anders meer.

Sara beschermde zichzelf 's nachts met een klamboe en overdag droeg ze enkel kleding die haar hele lichaam bedekte.

Mensen investeerden in betere vliegenramen en vooral in massa's insectenwerende spray, maar het leek de muggen weinig te deren. Ze waren hardnekkig, agressief en voortdurend uit op bloed.


Op een ochtend wilde Sara net in de kajak stappen, toen er een luide schreeuw weerklonk uit het huisje naast het hare. Op het dek van de ponton verscheen haar buurman met in zijn armen zijn vierjarige dochtertje. Sara zag meteen hoe ernstig het was en rende naar hen toe. Het meisje ademde moeilijk en gloeide van de koorts. Enkele nog amper zichtbare muggenbeten, staken rozerood af tegen haar bleke huid.

Enkele dagen later stierf het meisje. Ze was het eerste dodelijke slachtoffer van de epidemie, maar er volgden al snel vele anderen, waaronder ook Sara's buurman, de vader van het meisje.


Na twee weken, toen het dodental al gestegen was tot honderdvijftig, besloot de Overheid in te grijpen. Het was vroeg in de ochtend van de twintigste mei, toen de inwoners van Laag-Brussel wakker schrokken van het geluid van tientallen drones.

Via de drones werd het bericht omgeroepen dat iedereen verplicht was binnen te blijven tot het middaguur, omdat ze een sterk pesticide gingen verstuiven. Ramen en deuren moesten gesloten blijven en het werd “ten stelligste afgeraden om de eerstvolgende oogst uit de groentebakken te consumeren”.

Vanachter het raam in de keuken zag Sara hoe de drones na deze mededelingen, die voortdurend herhaald werden, een witte nevel begonnen te verspreiden. Met een krop in de keel keek ze toe hoe de planten op haar terras, bedekt werden onder een dunne witte laag.

Maar de actie gaf niet de gewenste resultaten. De muggen bleken resistent tegen het gif en alsof ze hun kracht wilden tonen, leken ze nog in aantal toe te nemen.


Na een maand werd de toestand zo onhoudbaar- de ziekenhuizen konden de toevloed van zieken niet meer aan- dat de burgemeester van Brussel met enkele erg drastische beslissingen kwam. Ze beval het onmiddellijke in quarantaine plaatsen van het ergst getroffen gebied, Laag-Brussel, en er werden hoge hekken geplaatst op de hele grens tussen Laag- en Hoog-Brussel.

Hoog-Brussel lag niet in het moerasgebied. Vooral de gegoede Brusselaars woonden er. De hekken stonden in het Noorden op de grens tussen Evere en Sint-Lambrechts-Woluwe en liepen naar het zuiden toe over Elsene, Sint-Gilles, Vorst en Ukkel.


Vanuit de federale Overheid kwam het verbod voor alle Brusselaars om de stad nog te verlaten, alvast gedurende een maand.

Ter hoogte van Laag- Elsene kwam een gigantisch veldhospitaal, bestaande uit grote tenten op pontons. Ambulanceboten voeren constant af -en aan.


Op een ochtend in juni was Sara aan het werk in het moeras toen er een kajak haar richting uitkwam. Nieuwsgierig probeerde ze te zien wie er in zat. De man droeg een mondmasker, toch zag ze wie hij was.

'Slimane!'

Ze zag dat hij lieslaarzen droeg. Op zijn hoofd zat een soort van tropenhelm met muggennet.

Slimane was ook bioloog. Ze hadden nog even samengewerkt, jaren geleden al.

'Sara!' Hij glimlachte, maar zijn blik was bezorgd.

'Wat brengt jou hier?' Sara was tot bij hem gewaad en keek hem verbaasd aan.

'Ik heb gehoord dat je hier moerasplanten kweekt.'

'Ja.'

'Welke heb je allemaal?'

'Je kan beter vragen welke ik niet heb,' lachte ze.

Slimane waadde tussen de planten door en noemde de namen van de planten half fluisterend op. 'Moerasspirea, gele lis, kalmoes,...' Hij draaide zich weer naar Sara toe.

'Kunnen we ergens praten?'

'Ja, tuurlijk. Kom maar mee.'

Ze waadden samen naar een kleine ponton waar Sara met behulp van een houten paal een luifel had bevestigd. Onder de luifel stond een kleine aluminium tafel en een klapstoeltje. 'Er komt hier bijna nooit iemand,' zei ze terwijl ze op het stoeltje wees. Zelf ging ze op de tafel zitten.

'De muggenplaag...' Slimane keek haar somber aan. 'Ik weet niet wat je al gehoord hebt, maar het is niet goed.' Hij zweeg even en keek naar de wilgen die zacht heen-en-weer wiegden in de opstekende bries.

'Het labo waar ik werk, heeft samen met twee andere labo's in opdracht van de overheid onderzocht wat deze ziekte zo dodelijk maakt. En we kwamen helaas allemaal tot dezelfde conclusie. Malaria. Maar een nieuwe vorm. Eén die nog dodelijker blijkt en die...' Hij ademde diep in. 'Die nu ook overdraagbaar is van mens op mens.'

'Wat?!' Sara sprong van de tafel af en bleef even als versteend staan. 'Zijn jullie zeker?'

'Helaas wel. En er is nog geen remedie. Maar toen hoorde ik van jouw planten.'

'Waar denk je aan?'

'Aan een combinatie van zomeralsem met moerasplanten.' Hij keek haar monsterend aan. 'Maar daar heb ik je expertise bij nodig, Sara. Ik ben hier om je te vragen met me mee naar Hoog-Brussel te komen. Ons onderzoekscentrum ligt aan het Zoniënwoud. We hebben dertig are grond tot onze beschikking. Mijn collega's zijn al begonnen met het zaaien van de zomeralsem. Hier is de grond daar veel te drassig voor.'

Sara dacht even na, draaide zich toen weer naar Slimane en zei: 'Als je denkt dat ik kan helpen, kom ik mee.' Ze legde haar linkerhand op haar hart, als om haar woorden kracht bij te zetten. 'Morgen kom ik mee.'


De volgende ochtend kwam Slimane terug met een paar assistenten om planten op te halen. Sara hielp om ze, zorgvuldig verpakt, in de kajaks te laden. Daarna pakte ze haar rugzak, stapte in haar kajak en volgde zacht peddelend de anderen.

Ter hoogte van Brussel-Stad, waar zich jaren geleden de Grote Markt nog bevond, lag aan de restanten van het oude Stadhuis een grote aanlegsteiger.

Slimane deed teken dat ze daar zouden aanleggen. Langzaam peddelde ze naar hem toe.

'Je woont in Laag- Brussel, dus je zal hier eerst getest worden, Sara.'

Op de steiger stonden twee mannen in een beschermend pak klaar met een bloedtest. Eén van de mannen prikte in haar vinger en deed een druppel bloed op een teststrip terwijl de andere haar lichaamstemperatuur mat. De test bleek gelukkig negatief. Slimane glimlachte en nam Sara's hand. 'Nu moeten we alleen nog de grens over.'

Aan het eind van de oplegsteiger stonden vier gewapende soldaten. Slimane toonde hen de documenten die Sara toestemming gaven om Hoog-Brussel te betreden. Na een kort oogcontact, mocht ze doorlopen.


Het onderzoekscentrum bevond zich in Watermaal-Bosvoorde, aan de rand van het Zoniënwoud. Sara was al jaren niet meer in Hoog-Brussel geweest en schrok van de grote hoeveelheid bomen die er gekapt waren sinds de laatste keer dat ze er was. Overal lagen verkavelde stukken bos waar huizen moesten verrijzen. En geen tiny houses hier, maar villa's.

Slimane zag de uitdrukking op haar gezicht.

'Ik weet het, Sara,' zei hij zacht. 'Maar ik heb het gevoel dat men door deze epidemie, anders begint te kijken naar de waarde van dit bos.'

Ze liepen verder en kwamen aan het onderzoekscentrum. Hier gingen ze zich de komende weken terugtrekken om een remedie te vinden tegen de nieuwe malariavariant.


Het was al september toen ze een geschikte combinatie vonden. Na nog enkele weken, die in het teken stonden van uitvoerig testen op proefpersonen, kon het middel eindelijk toegepast worden op patiënten. De combinatie van zomeralsem, moerasspirea en kalmoes bleek voldoende efficiënt om de symptomen van de patiënten te verzachten.


In december, een halfjaar na het begin van de epidemie en twee maanden na het in gebruik nemen van het medicijn, begonnen de cijfers te verbeteren.

Er kwamen minder meldingen van nieuwe besmettingen en er werden ook minder muggen waargenomen. De dodencijfers zakten spectaculair en er werden minder zieken opgenomen in de ziekenhuizen. De hekken werden weer weggehaald.


Om te voorkomen dat de situatie weer snel zou verslechteren, trok de burgemeester een gigantisch bedrag uit om stukken moeras te dempen. Op andere plaatsen werden er pompen geïnstalleerd waardoor er permanent een lichte stroming in het water ontstond. Voor de duur van de werken, kwam er een tijdelijke noodopvang voor de inwoners in Hoog-Brussel.


In de jaren die volgden, werden in het Zoniënwoud voorlopig geen nieuwe huizen gebouwd, maar verrezen grote velden zomeralsem.







Recent Posts

See All

EcoSF

I am 95

Some of the words in the story have been marked. The logic is as follows:

Existing Nature-Based Solutions

New/Innovative Nature-Based Solutions

bottom of page